Vader en moeder hebben elkaar leren kennen tijdens de oorlog; moeder was 16, dus dat is in de zomer van 1942 geweest. Henk moest in arbeidsdienst en heeft ergens in Drenthe (kamp Vledder?) werk moeten doen. Ik weet het niet precies maar ik vermoed dat hij heeft moeten spitten; hij was toen twintig - eenentwintig jaar. Ik heb hem daar weinig over horen vertellen, maar zeker ook niets negatiefs; hij vond het vast wel lekker zo in de open lucht werken en ik geloof ook niet dat het specifiek voor de Duitsers was; het was in het kader van werkverschaffing voor werklozen.
De anecdotes die hij vertelde was dat er een keer een Drentse knul was die met een adder, gevangen aan de staart aan kwam lopen. En verder dat hij vrijwel de enige was die af en toe bezoek kreeg; zijn vader, mijn opa Evert en zijn opa, mijn overgrootvader Hendrik waar zowel mijn vader als mijn broer Henk naar genoemd zijn.
In de eerste jaren van de oorlog waren de Duitsers niet zo onvriendelijk voor de NLse bevolking; zij hoopten dat de Nederlanders zich zouden aansluiten bij het Germaanse broedervolk. Toen dat een illusie bleek en er in Duitsland door de inzet van steeds meer arbeiders als soldaten een tekort aan arbeidskrachten ontstond, moesten NLse jonge mannen in Duitsland gaan werken in de fabrieken. Grootschalig onderduiken van jonge mannen was het gevolg, zo ook vader Henk. Eerst in Zaandam; zijn vader had een schuilhok gemaakt onder de vloer van het huis waar Henk zou kunnen onderduiken als er een razzia werd gehouden. Dat was natuurlijk een nogal voor de hand liggende plek. In die tijd reed Nellie regelmatig, wekelijks of tweewekelijks dat weet ik niet naar Zaandam. Opa Evert, vader van Henk was een lastige man, humeurig. Hij kon soms weken lang zwijgen omdat hij ergens de pest over had. Maar hj had goed voor zijn gezin gezorgd; er was een zak tarwe zo groot dat toen de muizen het touw hadden doorgebeten en de zak op de grond viel ze dachten dat er een bom op het huis was gevallen. Ook had hij een grote hoeveelheid zeep. Daarvan hadden we op de Jos. Jittastraat nog een doos staan op zolder; helemaal uitgedroogd en onbruikbaar geworden. Merkwaardig genoeg kreeg oma Mien niets van dit alles ondanks dat ze tijdens de magerste oorlogsjaren hun zoon onder dak had. Over mijn goede opa wordt veel negatiefs gemeld. Ik heb daar nooit iets van gemerkt en neem het met een korreltje zout.
Toen het tocht wel duidelijk werd dat onderduiken bij je ouders wel erg voor de hand lag heeft grootmoeder Mien, de moeder van Nellie toen aangeboden dat Henk in Amsterdam, in de Kinkerstraat onder zou duiken. En zo geschiedde. Mocht er een razzia komen dan zou hij achter de linnenkast in de alkoof duiken. Mien had een portret van Hitler dat ze in dat geval op zou hangen in de kamer en zij sprak vloeiend Duits; zij had haar jonge jaren in Duitsland doorgebracht. Gelukkig was dit allemaal niet nodig.
Het is niet te geloven maar in dat kleine huis van oma Mien, drie hoog in de Kinkerstraat woonde ook nog haar moeder in, mijn overgrootmoeder dus. Henk hielp de tachtigjarige met een en ander. Zij had gezegd dat hij daarom "een stoel in de hemel verdiende". Zij is tijdens zijn onderduiktijd ook daar in de Kinkerstraat gestorven; het zelfde huis als waar ik enkele jaren later ben geboren.
Tijdens deze onderduiktijd waren Nellie en Henk dus in het zelfde huis, maar oma Mien zat er bovenop en lette op "dat er niks zou gebeuren". Moeder Nel heeft mij wel eens verteld dat Mien boodschappen had gedaan en dan met een bezweet hoofd weer thuis kwam zo had ze zich gehaast om te voorkomen dat de twee geliefden te lang zonder haar oplettende blik bij elkaar konden blijven. Moeder Nel verzekerde mij dat Henk en zij desondanks best gelegenheid hadden voor een en ander. Wat dat behelsde is mij niet duidelijk geworden. In ieder geval "moesten zij niet trouwen".
Hoe zij het eind van de oorlog hebben beleefd dat weet ik niet; moet een explosie van vreugde zijn geweest. Moeder Nel heeft mij vaak verzekerd dat de oorlog hun jeugd had gestolen. Voor de oorlog hinkelde ze naar huis als kind en telde de stoeptegels: er komt wel oorlog er komt geen oolog enzovoorts. Maar helaas er kwam wel oorlog. Haar vader had voordat hij stierf al gewaarschuwd voor de opomst van Hitler; hij zou gelijk krijgen.
Van dat onderduiken heeft vader Henk waarschijnlijk zijn claustrofobie overgehouden zo vertelde hij mij wel eens.
De anecdotes die hij vertelde was dat er een keer een Drentse knul was die met een adder, gevangen aan de staart aan kwam lopen. En verder dat hij vrijwel de enige was die af en toe bezoek kreeg; zijn vader, mijn opa Evert en zijn opa, mijn overgrootvader Hendrik waar zowel mijn vader als mijn broer Henk naar genoemd zijn.
In de eerste jaren van de oorlog waren de Duitsers niet zo onvriendelijk voor de NLse bevolking; zij hoopten dat de Nederlanders zich zouden aansluiten bij het Germaanse broedervolk. Toen dat een illusie bleek en er in Duitsland door de inzet van steeds meer arbeiders als soldaten een tekort aan arbeidskrachten ontstond, moesten NLse jonge mannen in Duitsland gaan werken in de fabrieken. Grootschalig onderduiken van jonge mannen was het gevolg, zo ook vader Henk. Eerst in Zaandam; zijn vader had een schuilhok gemaakt onder de vloer van het huis waar Henk zou kunnen onderduiken als er een razzia werd gehouden. Dat was natuurlijk een nogal voor de hand liggende plek. In die tijd reed Nellie regelmatig, wekelijks of tweewekelijks dat weet ik niet naar Zaandam. Opa Evert, vader van Henk was een lastige man, humeurig. Hij kon soms weken lang zwijgen omdat hij ergens de pest over had. Maar hj had goed voor zijn gezin gezorgd; er was een zak tarwe zo groot dat toen de muizen het touw hadden doorgebeten en de zak op de grond viel ze dachten dat er een bom op het huis was gevallen. Ook had hij een grote hoeveelheid zeep. Daarvan hadden we op de Jos. Jittastraat nog een doos staan op zolder; helemaal uitgedroogd en onbruikbaar geworden. Merkwaardig genoeg kreeg oma Mien niets van dit alles ondanks dat ze tijdens de magerste oorlogsjaren hun zoon onder dak had. Over mijn goede opa wordt veel negatiefs gemeld. Ik heb daar nooit iets van gemerkt en neem het met een korreltje zout.
Toen het tocht wel duidelijk werd dat onderduiken bij je ouders wel erg voor de hand lag heeft grootmoeder Mien, de moeder van Nellie toen aangeboden dat Henk in Amsterdam, in de Kinkerstraat onder zou duiken. En zo geschiedde. Mocht er een razzia komen dan zou hij achter de linnenkast in de alkoof duiken. Mien had een portret van Hitler dat ze in dat geval op zou hangen in de kamer en zij sprak vloeiend Duits; zij had haar jonge jaren in Duitsland doorgebracht. Gelukkig was dit allemaal niet nodig.
Het is niet te geloven maar in dat kleine huis van oma Mien, drie hoog in de Kinkerstraat woonde ook nog haar moeder in, mijn overgrootmoeder dus. Henk hielp de tachtigjarige met een en ander. Zij had gezegd dat hij daarom "een stoel in de hemel verdiende". Zij is tijdens zijn onderduiktijd ook daar in de Kinkerstraat gestorven; het zelfde huis als waar ik enkele jaren later ben geboren.
Tijdens deze onderduiktijd waren Nellie en Henk dus in het zelfde huis, maar oma Mien zat er bovenop en lette op "dat er niks zou gebeuren". Moeder Nel heeft mij wel eens verteld dat Mien boodschappen had gedaan en dan met een bezweet hoofd weer thuis kwam zo had ze zich gehaast om te voorkomen dat de twee geliefden te lang zonder haar oplettende blik bij elkaar konden blijven. Moeder Nel verzekerde mij dat Henk en zij desondanks best gelegenheid hadden voor een en ander. Wat dat behelsde is mij niet duidelijk geworden. In ieder geval "moesten zij niet trouwen".
Hoe zij het eind van de oorlog hebben beleefd dat weet ik niet; moet een explosie van vreugde zijn geweest. Moeder Nel heeft mij vaak verzekerd dat de oorlog hun jeugd had gestolen. Voor de oorlog hinkelde ze naar huis als kind en telde de stoeptegels: er komt wel oorlog er komt geen oolog enzovoorts. Maar helaas er kwam wel oorlog. Haar vader had voordat hij stierf al gewaarschuwd voor de opomst van Hitler; hij zou gelijk krijgen.
Van dat onderduiken heeft vader Henk waarschijnlijk zijn claustrofobie overgehouden zo vertelde hij mij wel eens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten